door Ineke Gerner en Machtelt Halewijn

 


 

 

 

Aardbeientoren

Als je tuin 2 opkomt hoor je: ”Eerst even je voeten vegen hoor”… met een knipoog. Bij het hekje ligt een mooie oude gietijzeren ‘deurmat’.
Kees en Anke de Jong zijn de tuinders van tuin 2. Zij tuinieren nu zo’n zeven jaar bij onze vereniging. Daarvoor hadden ze een volkstuin in Veenendaal: “We hadden de meest idyllische plek van het hele complex. Onze tuin lag aan een sloot en daarachter keek je over een mooi Hollands landschap. Helaas werd het complex opgedoekt en moest iedereen weg. Onze focus lag al op Amersfoort. Bij VTV de Heiligenberg hielpen we bij deze tuin en op een goed moment kwam die vrij en mochten we blijven.”

Hoe zijn jullie toen verder gegaan op deze tuin?
“ We doen maar wat, we doen waar we zin in hebben. Onze opbrengst is nooit hoog dus we doen ook iets niet goed.”

Wat direct opvalt als je langs tuin 2 komt is een stenen bouwwerk met gaten erin. Wat is dat en hoe komen jullie ertoe zo’n bouwwerk neer te zetten?
Kees:” Ik zocht op internet naar permacultuur en kwam zo’n ding tegen. Ik ging er direct voor.” Anke:”We hebben altijd veel tuinafval en waar laat je dat hè, zoveel ruimte hebben we ook weer niet. Op een goed moment groeven we een diepe kuil en stortten daar alles in. Zo kwam afval in ieder geval ten goede aan de tuin. Maar nu heb je een leuk gebouw op je tuin.”

Hoe maak je zo’n toren?
Kees:” Van stoeptegels. Dat wil zeggen, je zet 1 tegel vast op zijn kant. Daar laat je vervolgens tegel na tegel op vallen. De tegels breken in het midden en die gebruik je om de toren te bouwen. Natuurlijk laat je openingen waar iets in kan groeien. Toen die klaar was zijn we begonnen tuin- en keukenafval erin te gooien en lagen aarde ertussen. Twee vliegen in één klap.”
Anke: “Je kunt trouwens de gekste dingen in zo’n compostbak gooien. Bijvoorbeeld eierdozen, zelfs een oude spijkerbroek. Dat deden we wel op de basisschool; kinderen mochten bij een bepaald project een oud kledingstuk meenemen dat op en in de compost/aarde werd gestopt. Na verloop van tijd konden ze zien wat er allemaal in ontstaan was zoals schimmels en kleine beestjes.”
De eerste aardbeien groeien al uit de gaten. “Aardbeien nemen best veel ruimte in en zo scheelt het qua ruimte. Slakken en vocht komen er niet aan en bovendien hoef je niet steeds op je knieën om ze te plukken.”

Jullie hebben jullie tuin niet doorsnee beplant. Je ziet bijvoorbeeld een zandpad in wiebertjesvorm.
“Ja alle tegels zitten in de toren dus we maken van de nood een deugd.”
”We wilden meer vaste dingen in de tuin. Daar hebben we een Mirabelle geplant, (een boom met kleine gele kersjes) daar een struik, een rabarber, dahlia’s. En we proberen zoveel mogelijk aan wisselteelt te doen. We hebben de bietjes laten staan om te zien wat ervan komt.” “Een mooie anekdote van toe we hier net begonnen: We hadden een courgette geplant en die kreeg zowaar een vrucht eraan. We waren enorm trots dat het gelukt was. Op een dag kwamen we op de tuin en wat zagen we tot onze verbazing…. De courgette was weg! Wat waren we verontwaardigd! Onze eerste courgette! We zijn er nooit achter gekomen wie hem had meegenomen. Achteraf was het helemaal geen ramp want wat bleek; er zouden er nog velen aangroeien.”

“We werken met veel plezier in onze tuin. Ons koninkrijk. Het werkt altijd zo rustgevend. We kijken met veel achting naar onze buurman op tuin 1. Bertus heeft altijd prachtige oogst, enorme aardbeiden, mooie kolen. Hoe hij dat voor elkaar krijgt!”

We lopen nog even met ons vieren door de tuin langs de rechthoekige bakken met gevarieerde groenten, het jonge kersenboompje, over de zanderige paadjes en gaan weer elk ons weegs.